Begraven veengebieden zijn hotspots voor koolstofopslag
De focus van het onderzoek lag op lage venen: dat zijn moerasgebieden in
valleien of kustgebieden. Die moerassen geraken in de loop der tijden
begraven. Dat kan het gevolg zijn van natuurlijke factoren zoals de wind
of een stijgende zeespiegel die laagjes sediment afzet over het moeras.
Maar in vele gevallen speelt de mens ook een rol: door bossen te kappen
om aan landbouw te kunnen doen, ontstaat er bodemerosie. De grond
spoelt weg in de richting van de valleien en begraaft zo de lage venen.
"In zo'n geval verandert de vegetatie van de vallei: de elzen of het riet die zo'n moeras typeren, maken dan plaats voor grassen en zeggevegetatie. Je krijgt een ander ecosysteem. En in de ondergrond zit een dik pak veen begraven: dat zijn weinig vergane plantenresten die altijd onder het wateroppervlak gelegen hebben. Dat veen bevat veel koolstof, maar het zit dus veilig ondergronds", legt postdoctoraal onderzoeker Nils Broothaerts uit.
Ondergrondse koolstofopslag
De wetenschappers maakten een wereldkaart met begraven veengebieden,
die qua ouderdom variëren tussen 130.000 jaar en enkele honderden jaren
oud, vervolgt professor Gert Verstraeten. "We hebben meer dan duizend
resten van begraven veengebieden geanalyseerd en we weten dankzij
boringen dat die gebieden hotspots voor koolstofopslag zijn. Dat is
belangrijk, want begraven veen is tot nu toe weinig bestudeerd en de
huidige klimaatmodellen houden er geen rekening mee. Die modellen zullen
dus nog verder verfijnd moeten worden."
Tegelijk duiden de onderzoeksresultaten ook aan dat de begraven veengebieden een belangrijke rol kunnen spelen in de klimaatopwarming: "Het grote risico is verdroging. Als het grondwaterpeil zakt en het veen komt droog te liggen, dan komt de opgeslagen koolstof vrij en belandt het onder de vorm van CO2 opnieuw in de atmosfeer. Je kan het vergelijken met de permafrostlagen: daar gaat het niet om begraven, maar bevroren veen. Als dat ontdooit, komt daar ook de koolstof vrij."
Zwarte Beek
Een voorbeeld van zo'n oud veengebied dat heel kwetsbaar is, is de Vallei van de Zwarte Beek, een zijrivier van de Demer, rond Beringen in de provincie Limburg. "Het oude veen ligt daar eigenlijk nog aan de oppervlakte. Schommelingen in het grondwaterpeil kunnen dan heel ingrijpend zijn. En de laatste tijd kunnen de zomer- en winterstand van het grondwater wel twee meter verschillen. Doctoraatsstudent Ward Swinnen berekende dat onder elke vierkante meter van dit Limburgs valleigebied gemiddeld 90 kilogram koolstof zit, zeer hoog trouwens in vergelijking met het veen van andere Europese valleien. Vier miljoen ton CO2 dreigt zo vrij te komen."
Om de koolstofopslag in de grond te behouden, zullen we anders moeten omgaan met onze valleien, vervolgt Verstraeten. "In het verleden was alles erop gericht om het water zo snel mogelijk uit de vallei weg te voeren. Daar moeten we vanaf stappen. We moeten het grondwaterpeil hoog houden: door drainagegrachten te blokkeren en buffergebieden voor water te voorzien. Zo beschermen we de begraven veengebieden en geven we de natuur ook de kans om nieuwe moerassen te vormen. Met zulke valleien slaan we twee vliegen in één klap: we vermijden overstromingen én tegelijk wordt koolstof uit de atmosfeer opgeslagen in de bodem."
De studie "Widespread global peatland establishment and persistence over the last 130.000 y" is gepubliceerd in 'PNAS'.
Dit nieuwsbericht verscheen op KU Leuven Nieuws.