Menselijke impact in de Grote Gete vallei
In een masterthesis Geografie aan de KU Leuven werd de ontwikkeling van de overstromingsvlakte van de Grote Gete nabij Linter onderzocht. Aan de hand van handboringen, elektrische weerstandsmetingen en archiefonderzoek konden de periodes met belangrijke menselijke impact geïdentificeerd worden.
In de zomer van 2018 werden er in de vallei in totaal 47 handboringen uitgevoerd, verspreid over drie boortransecten. Als aanvulling werd er eveneens een elektrisch weerstandstransect van 1500 m lengte bemeten. Van twee boorprofielen werden ook enkele stalen gedateerd aan de hand van radiokoolstof. De boorprofielen tonen de opbouw van de vallei van de Gete (Figuur 1): Onderaan komen verwilderde rivierafzettingen terug uit de Laat-Glaciale periode (+-15 000 tot 12 000 jaren geleden). Daarboven ligt een veen pakket van 0,5 tot 3 meter dik. Helemaal bovenaan liggen overstromingssedimenten (tot 3 m dik). De overgang van veen naar overstromingssedimenten vond plaats tussen ca 5000 en 4000 jaar geleden, en kan gelinkt worden aan indirecte menselijke impact, zoals ontbossing en landbouw op de plateaus en hellingen. Landbouwactiviteiten zorgden voor een verhoogde sedimentafvoer die het veen bedekte met een laag alluvium dat steeds minder organisch materiaal bevatte. Opmerkelijk is dat de veengroei in de Grote Gete vallei een 2000 jaar eerder stopte dan in andere valleien in Vlaanderen.
Figuur 1: Boortransecten in de Gete vallei nabij Linter.
Naast de indirecte
menselijke impact is er ook een belangrijke directe menselijke invloed geweest
op de vallei van de Grote Gete. In het linkse boorprofiel van Figuur 1 is te
zien dat de huidige loop van de Grote Gete zich niet in het laagste punt van de
vallei bevindt, maar verlegd is door de mens. Op basis van historische
handschriften blijkt dat de verlegging van de Gete moet plaats gevonden hebben
in de periode 750-1221 na Chr. De meest waarschijnlijke reden voor de verlegging van
de Gete is het creëren van extra verval voor de aandrijving van watermolens. In het studiegebied waren 3 watermolens
actief.
De historische handschriften, tezamen met kaartonderzoek, laten zien dat er nog meer menselijke impact was (Figuur 2). In de laatste 800 jaar, de tijd waaruit geschreven bronnen bewaard zijn gebleven, zijn er twee perioden geweest waarin de directe menselijke impact buitengewoon groot was: de eerste periode was van ongeveer 750 tot de 13e eeuw. De Grote Gete werd verlegd, de 's-Hertogengracht werd gegraven, alsook een nog bestaand grachtennetwerk. De andere periode is de 16e en 17e eeuw. Gedurende enkele jaren werd de Grote Gete bevaarbaar gemaakt tot in Tienen. Dit vereiste aanpassingen aan het rivierkanaal. Zo zijn er rechttrekkingen gebeurd, evenals uitdiepingen en het bouwen van extra sluizen (naast de bestaande sluizen nabij watermolens).
Figuur 2: Schets van de menselijke activiteiten in de Grote Gete vallei nabij Linter, gebasseerd op historische handschriften.
- Auteur: Neil Quintens
- Meer weten? Contacteer Nils Broothaerts: nils.broothaerts@kuleuven.be